‘Mijn leven was altijd verdeeld tussen twee dingen. Het eerste was literatuur, kunst (…) Het tweede (…) was om deel te nemen aan de sociale strijd van mijn tijd, die ik onmogelijk kon negeren.’
(Varlam Sjalamov)
Wanneer Stalins politie in 1929 een illegale drukkerij binnenvalt, treffen ze daar een jonge communist aan. Hij staat naast een stapel vlugschriften waarboven staat: Lenins testament. Die titel verwijst naar een tekst waarin de zieke Lenin al in 1922 de wens uitdrukt dat Stalin van zijn hoge post verwijderd wordt.
De betrapte communist heet Varlam Sjalamov (1907-1982), en hij is een overtuigde tegenstander van Stalins regime. Hij maakt deel uit van de trotskistische oppositie. Als ‘sociaal gevaarlijk element’ wordt hij naar de werkkampen gestuurd, die later als Goelag Archipel wereldbekend worden.
In 1931 komt Sjalamov uit de kampen terug. Hij weegt nog 43 kilo. Tegen die tijd is de strijd in Rusland wel gestreden. Trotski is gedeporteerd en Stalin heerst totalitair over de dingen.
Sjalamov verlaat de linkse oppositie omdat hij constateert dat veel vooraanstaande opposanten, na Trotski’s verbanning, de strijd opgeven. Dat belet niet dat hij in 1937 opnieuw omwille van trotskistische activiteiten gearresteerd wordt. Weer naar de kampen! Zelfs daar wordt hij nog meermaals veroordeeld: eerst in 1938, daarna in 1943 en dan nog eens in 1944. In 1945 wordt hij gevat tijdens een ontsnappingspoging.
In 1953 komt hij eindelijk vrij. Alhoewel dat woord voor hem nog nauwelijks betekenis zal hebben. Zijn echtgenote heeft zich van hem laten scheiden en zijn dochter, overtuigd stalinist, weigert hem als vader te erkennen. In 1954 begint hij over zijn kampervaringen te schrijven. Dat resulteert in een indrukwekkend oeuvre dat ook in het Nederlands beschikbaar is.
Piet de Moor stelt dat Sjalamov in vergelijking met Solzjenitsyn de betere schrijver is: ‘Maar terwijl Solzjenitsyn in 1970 de Nobelprijs kreeg, bleef Sjalamov gedurende zijn hele leven een schrijver wiens grandioze werk in eigen land niet mocht worden gedrukt en die dus tot lang na zijn dood in Rusland en daarbuiten een onbekende bleef.’ Solzjenitsyn zegt daar zelf over: ‘Sjalamovs kampervaring was harder en langer dan de mijne, en ik erken met het grootste respect dat hij en niet ik de bodem heeft bereikt van de verdierlijking en de wanhoop waar het hele kampbestaan ons naar toe trok.’
Sjalamov is al eerder gedichten beginnen schrijven. Hij memoriseert zijn eigen dichtregels telkens hij van het werk naar het kamp terugkeert. Als hij op het einde van zijn gevangenschap als verpleger tewerkgesteld wordt schrijft hij op wat maar vindt: papieren zakken, kaftpapier… Die aantekeningen werkt hij later uit.
Nadat zijn stalinistische dochter hem afgewezen heeft, sluit hij zich op in zijn schrijverschap en beleeft er opnieuw de kampervaringen, maar nu als schrijver. Leeg geschreven, doodop, blind en doof sterft hij in 1982 in de kale cel van een psychiatrische instelling.
Varlam Sjalamov. Berichten uit Kolyma, 900 p. Vertaling: Marja Wiebes en Yolanda Bloemen. Uitg. De Bezige Bij (2005).
Varlam Sjalamov. De handschoen. Nagekomen berichten .uit Kolyma, 372 p. Vertaling Marja Wiebes. Uitg. De Bezige Bij (2006).
Dit artikel verscheen oorspronkelijk op De Laatste Vuurtorenwachter.