‘Oh, meneer Marx! Ja natuurlijk. Die heeft ons een hoop werk bezorgd, met al zijn vragen voor boeken en artikels’, zo sprak één van de werknemers van het British Museum, waar Karl Marx veel tijd doorbracht in de laatste jaren van zijn leven, toen hij geïnterviewd werd voor een reportage over het leven van de filosoof. ‘En op een dag is hij niet meer gekomen, en weet je wat… niemand heeft sindsdien nog iets van hem gehoord!’ De brave man zou versteld staan om te horen dat de 200ste verjaardag van Karl Marx nu gevierd wordt, en hij zou al helemaal niet kunnen geloven dat de verjaardag gevierd wordt met deze dubbele cd met avant garde-muziek ter zijner nagedachtenis.
Het loont de moeite om Marx vandaag terug in de schijnwerpers te zetten. De 200ste verjaardag van Marx ging gepaard met tal van artikels van opiniemakers die Marx rechtstreeks verantwoordelijk stelden voor de misdaden van het communisme tot lieden die Marx hier volledig van vrijpleiten. Uiteraard is Marx essentieel om de geschiedenis van het communisme te begrijpen, maar de hernieuwde aandacht voor het werk van Marx kan niet verklaard worden zonder ook naar het heden te kijken.
De allesoverheersende managementideologie heeft ons werk steeds meer in stramienen en procedures gegoten waardoor de autonomie van sommige werknemer steeds kleiner wordt. Op die manier worden werknemers steeds meer inwisselbaar en kan men dus ook de loonkost drukken, een proces dat men ‘precarisering’ heeft gedoopt. Het gevolg zijn werknemers die voor weinig geld geestdodende arbeid verrichten, en dat brengt vervreemding en demotivatie voort. Steeds meer werknemers ervaren hun werk als zinloos en verzinken in depressie en burn-out. Marx heeft deze processen – weliswaar in een andere historische context – reeds anderhalve eeuw geleden beschreven, en het is niet verwonderlijk dat men vandaag naar hem teruggrijpt.
Vraag is natuurlijk met welke muziek Marx vandaag herdacht moet worden. Er valt iets te zeggen om dat met socialistische strijdliederen te doen, maar de aanpak is hier om dat met nieuwe composities te doen. Folkmuziek zou ook wel passend zijn – Die Grenzgänger hebben zonet een cd uitgebracht met vertoningen van gedichten van de jonge Marx – maar hier wordt een meer revolutionaire koers gevaren. Een nieuwe mens, een nieuwe maatschappij, dat vergt ook nieuwe muziek… Avant-garde dus, een term die Marx zelf graag in de mond nam.
De cd ‘Karl Marx 200th’, uitgebracht op Karlrecords, gaat dan ook gepaard met een aantal essays die de keuze voor avant-garde moeten verklaren. Nina Power stelt dat experimentele muziek een daad van vrijheid is, een opening die leidt tot een vergroting van de mogelijkheden. Ze noemt het ‘Sonic Marxism’ en gaat zelfs zo ver om te suggereren dat Marx deze cd best zou kunnen appreciëren. Zelf durf ik daar geen uitspraak over te doen. Ewa Majewska maakt een grote bocht met een pleidooi voor gemeengoed, voor het ordinaire eerder dan voor de snelheid van het kapitalisme. De link tussen het ordinaire en de avant-garde – die als we eerlijk zijn toch alles behalve ordinair klinkt – is dan het bewustzijn dat iedereen artiest kan zijn, zonder de platgetreden paden van de voorgekauwde cultuur te volgen.
In het interessantste essay bij de cd schetst Alex Gawronski hoe het kapitalisme via ‘branding’ erin slaagt om immateriële producten als ‘concept’ te verkopen. De immateriële ‘ideeënwerker’ heeft geen afgebakend werk meer, geen werkuren of standplaats, en lijkt daarin op een artiest, die met zijn kunst producten maakt waarvan de waarde heel abstract is, bijna ongrijpbaar. Het maken van zinloze dingen en het weigeren van betaling ervoor, zijn echter stappen in de richting van vrijheid. Omdat de muziek gemaakt wordt zonder de nood om geld te verdienen, daagt ze de kapitalistische logica uit.
Deze dubbel-cd bevat knappe instrumentele stukken van Natalie Beridze, Jasmine Guffond, Hans Castrup, Caspar Brötzmann, Marc Weiser, Jens Pauli, Nickolas Mohana, Schneider TM en Guido Möbius, om er een paar te noemen. Dragen deze stukken bij om de wereld te begrijpen, laat staan te veranderen, zoals Marx ons heeft voorgedragen? De traagheid van het gros van de nummers lijkt alvast geen oproep om op de barricaden te gaan staan. Daar bestaat intussen al meer dan genoeg sloganeske punk en hardcore voor. Dat is niet noodzakelijk slecht, maar hun boodschap is te nemen of te laten, in tegenstelling tot de muziek op deze compilatie. Traagheid bevordert kritische reflectie. Het geeft je de ruimte om even ‘stil te staan’ bij de muziek en bij de wereld waarvan ze een product is.
Slechts weinig nummers durven ook tekst te incorporeren, wat kritische reflectie nog meer bevordert. Pharoah Chromium citeert in ‘Der Zerfall des Systems’ Herbert Marcuse, de kritische filosoof die de revolutionaire studenten van ’68 beïnvloedde, en dat in een stuk dat afkomstig is van een langer stuk over het verval van de revolutionaire linkerzijde. Seda Mimaroğlu gaat nog verder en citeert Lenin. ‘De theorie van Marx en Engels is almachtig, omdat ze waar is’. Lacan laakt dit citaat – dat vaak aangehaald wordt om het dogmatisme en het historicisme van marxisten aan te klagen – door erop te wijzen dat indien de loop van de geschiedenis vast ligt zoals de theorie het uitlegt, het geen zin meer heeft om de theorie te willen versterken door het te bestuderen. Een beetje zoals je je afvraagt waarom je zou moeten bidden tot een god die sowieso almachtig is.
Kunst kan de wereld veranderen, maar deze cd zal dat niet doen. Daarvoor is het concept te elitair. Toch heb ik waarlijk genoten van de muziek en de aangehechte essays. U hebt zelfs net gelezen dat ze me ook daadwerkelijk aan het denken hebben gezet, en dat is ongetwijfeld een grote verdienste. Misschien verandert ze zodoende toch een klein beetje de wereld, en bovendien zullen eventuele winsten niet uitgekeerd worden aan inhalige aandeelhouders, maar worden ze doorgestort aan goede doelen als de Berlijnse daklozenhulp en ProAsyl. Mooi zo.
Dit artikel verscheen oorspronkelijk op Dark Entries.