De moord op de 33-jarige Sarah Everard, vermoedelijk door een politieagent, leidde tot grote demonstraties tegen seksueel geweld en politiegeweld in het Verenigd Koninkrijk.
Sarah verdween spoorloos op de avond van 3 maart toen zij in haar woonplaats Londen naar huis liep. Een week na haar verdwijning werd haar lichaam gevonden. Een Londense politieagent werd aangehouden op verdenking van ontvoering en moord. De arrestatie van de 48-jarige politieagent, Wayne Couzens, die onder meer de ambtswoning van de Britse premier beveiligde, leidde tot veel ophef.
Op zaterdag 13 maart verzamelden circa honderd mensen zich in Clapham Common, waar Everard voor het laatst in leven werd gezien. De herdenking werd met name georganiseerd vanuit The London Feminist Network onder het motto van Reclaim These Streets. ’s Avonds werd de herdenking echter met geweld verstoord na een hardhandig optreden van de Londense politie, waarbij vier mensen werden gearresteerd wegens ‘verstoring van de publieke orde’ en onder het mom van de ‘publieke gezondheid’. Demonstranten werden op de grond geduwd en in bedwang gehouden door meerdere agenten; ontwapenings-technieken die met name bij crimineel gedrag worden ingezet.
Schokkende videobeelden en publieke verontwaardiging volgden: ‘Het gewelddadige optreden van de politie vanavond toont aan dat die er niet is om vrouwen te beschermen, maar om het patriarchale systeem te verdedigen. Meer politie op straat is niet het antwoord’, schreef activist Deborah Hermanns op Twitter. Hoofdcommissaris van de Londense politie, Cressida Dick, verdedigde het optreden van de politie: ‘We leven nog steeds in een pandemie, ongeoorloofde bijeenkomsten zijn ongeoorloofde bijeenkomsten, en agenten moeten tot actie overgaan als mensen zichzelf in gevaar brengen.’
In Engeland en Wales worden naar schatting jaarlijks 85.000 vrouwen verkracht en meer dan 400.000 vrouwen aangerand. Ook het recente onderzoek van de VN waaruit blijkt dat 97 procent van de vrouwen tussen 18 en 24 jaar ervaring hebben met seksuele intimidatie in het Verenigd Koninkrijk, doet veel stof opwaaien. De cijfers staan in schril contrast met de schrikbarend lage aantal aangiften van verkrachting dat werkelijk tot een veroordeling leidt, slechts 2,6 procent.
‘Antiprotestwet’
De moord op Sarah Everard heeft niet alleen geleid tot grootschalige verontwaardiging en solidariteit, maar ondermijnt bovendien de opvatting dat de politie in naam van de samenleving criminaliteit voorkomt en ‘beschermers’ zijn van de ‘openbare orde’. Desondanks heeft de Britse regering besloten te investeren in het zogeheten ‘Safer Streets-project’, waarin juist het inzetten van meer agenten en bewakingscamera’s centraal staat. Daarbij werd deze week het wetsvoorstel van de regering-Johnson rond politiebevoegdheden goedgekeurd door het Lagerhuis. Die wet geeft politieagenten meer bevoegdheden om in te grijpen bij demonstraties en fungeert in wezen als een ‘antiprotestwet’.
Als reactie op dit nieuws verzamelden er op maandag 15 maart meer dan duizend demonstranten in London. Ook schreven meer dan 150 organisaties een brief aan de minister van Binnenlandse zaken, Priti Patel, waarin ze de onderdrukkende aard van het wetsvoorstel aan de kaak stellen. Mensenrechtenorganisaties, vakbonden en religieuze gemeenschappen stellen dat de wet een inperking en aanval is op fundamentele burgerrechten, waaronder het demonstratierecht. Toch werd de wet er doorheen gejaagd, vanuit de veronderstelde hoge nood om onder andere de disruptieve tactieken van demonstraties in te dammen, waarmee de politie onder andere doelt op de acties van Extinction Rebellion.
Demonstraties gaan door
De tragedie van de moord op Sarah Everard, gevolgd door het gewelddadige politieoptreden, illustreert wederom- en in navolging van het politieoptreden in de Verenigde Staten tijdens de Black Lives Matter protesten afgelopen jaar- de inherent onderdrukkende, patriarchale aard van de institutie die de samenleving pretendeert te beschermen.
Het belicht bovendien de historisch bepaalde rol van de politie als tegenstander van demonstraties die onwenselijk worden geacht en de status quo bedreigen. Daarbij ondervindt een groot percentage mensen van kleur nog altijd politiegeweld en worden gevallen van huiselijk geweld en verkrachting routinematig genegeerd.
Het ontbrak de Britse politiemacht dus niet aan professionaliteit, zoals kritische politici beweren. Dit is slechts een depolitisering van een fundamenteel politieke discussie over wetshandhaving en het monopolie van geweld. Het probleem is de ongekende uitbreiding van de politie en haar bevoegdheden in laatste veertig jaar, waar de Britse ‘antiprotestwet’ een onmiskenbaar voorbeeld van is.
Ondertussen blijven landelijke demonstraties aanhouden. 3000 Demonstranten verzamelden zich op zondag 21 maart nog in Bristol onder het motto: ‘Kill the Bill’, verwijzend naar de nieuwe politiewet (police bill). De protesten leidden wederom tot een hardhandige confrontatie tussen politie en demonstranten waarbij tientallen demonstranten werden opgepakt. De demonstratie werd onmiddellijk veroordeeld door Boris Johnson en andere politici, een totale miskenning van de lange geschiedenis van opstanden in Bristol en de sociaaleconomische omstandigheden van vele demonstranten. ‘Our only form of democracy is protest.’ aldus een student in The Guardian, ‘And now they’re trying to take that away.’
Dit artikel verscheen oorspronkelijk op socialisme.nu.