Thomas Spijkerboer (hoogleraar migratierecht aan de Vrije Universiteit Amsterdam) beschrijft in een bijdrage op ‘Forced Migration Forum’ hoe vluchtelingen niet alleen buiten de Europese grenzen, maar ook buiten het Europees recht worden gehouden. Dat doet hij op basis van twee recente uitspraken van het Europees Hof van Justitie. We vatten hier zijn belangrijkste besluiten samen.
Turkije-deal
In een eerste arrest moest het Hof zich uitspreken over de Turkije-deal. Deze deal ligt vanuit verschillende hoeken niet alleen onder humanitair maar ook onder juridisch vuur. Enerzijds beantwoordt Turkije niet aan de juridische voorwaarden van een ‘veilig derde land’, waarheen vluchtelingen mogen worden teruggestuurd. Anderzijds werden bij het sluiten van de ‘deal’ de regels niet gerespecteerd die het Werkingsverdrag van de Europese Unie voorschrijft voor bindende internationale verdragen, met als gevolg dat het Europees Parlement en het Europees Hof van Justitie buiten spel werden gezet.
Wat denken de rechters van het Europees Hof van Justitie hier nu van? Wel, helemaal niets! Via allerlei kronkels komt het Hof tot het besluit dat de deal niet werd gesloten door de Europese Raad, en dus de Europese Unie, maar door de verzamelde lidstaten. Omdat de EU geen partij is in de deal, is het Hof niet bevoegd. En klaar is kees! Een beroep tegen deze uitspraak is nog hangende.
Humanitaire visa
Ook in een andere zaak verklaarde het Hof zich onbevoegd. Een Belgische rechtbank vroeg het Hof wat het denkt over de weigering van een Belgische ambassade humanitaire visa te verstrekken aan Syrische vluchtelingen. Zonder visum kunnen vluchtelingen uit een land als Syrië niet naar België komen om asiel aan te vragen. De Europese Unie heeft gemeenschappelijke regels voor visa van korte duur (maximaal drie maanden), maar niet voor visa van lange duur. Het Hof kan dus het toekennen van visa van korte duur toetsen aan de mensenrechten waartoe de EU zich verbonden heeft.
Dus wat denken de rechter van het Europees Hof over de weigering van de Belgische ambassade? U raadt het al: helemaal niets! Humanitaire visa zijn volgens het Hof geen visa van korte duur, vallen dus niet onder de Europese regels, en dus is het Hof niet bevoegd. En klaar is kees! De advocaat-generaal was een andere mening toegedaan.
Europees recht alleen voor Europeanen
Over het algemeen is het Europees Hof van Justitie niet geremd om zichzelf allerlei bevoegdheden toe te kennen. In een ver verleden heeft het al besloten dat Europees recht voorrang heeft op het recht van de lidstaten, en het Hof dus boven nationale rechtbanken staat. Die positie heeft het daarna gebruikt om op basis van de grondslag van de Europese Verdragen, en met name het vrije verkeer van kapitaal, goederen en diensten en werknemers, een hele set regels uit te werken waardoor het overwicht van de vrije markt in juridisch beton gegoten werd. Het Hof ging hierin heel ver, door niet te steunen op de letter van de Europese Verdragen, maar in naam van de geest ervan zelf allerlei nieuwe regels uit te werken.
Wanneer het over mensen buiten de grenzen van de EU gaat wordt het Hof echter plots erg bescheiden. Waarom interpreteert het ook hier niet vrijelijk de grondslagen van de Europese Verdragen, en in het bijzonder de talloze verwijzingen naar fundamentele mensenrechten die er de laatste jaren in zijn opgenomen? De reden ligt voor de hand: als het Hof deze lijn zou doorzetten ontploft de EU.
Maar het Hof wil de eigen bevoegdheid om regels uit te werken op basis van de geest van de Verdragen niet op de helling zetten. Daarom heeft het een vluchtweg gekozen, door in beide uitspraken te besluiten dat deze zaken simpelweg buiten het Europees recht vallen. Het gevolg is dat vluchtelingen niet alleen buiten de fysieke grenzen van de EU worden gehouden, maar ook uitgesloten worden uit de Europese rechtsorde.
Dit artikel verscheen oorspronkelijk op Ander Europa.