“Poetin vreest dat Oekraïne als democratie aanstekelijk werkt op de Russen”. Dat is de mening van sommige “Kremlinologen” en andere watchers die achter de Oekraïnepolitiek van de Russische president Vladimir Poetin in de eerste plaats diens “angst voor democratie” zien. Poetin zou vrezen dat de Russische burgers door het Oekraïense democratische model worden aangestoken – dat zou een gevaar zijn voor zijn autoritair regime. Maar die uitspraak slaat nergens op.

De oligarchen

Na de implosie van de Unie van Socialistische Sovjetrepublieken van 30 jaar geleden, kozen de Oekraïners in grote meerderheid voor onafhankelijkheid. Zoals in andere gewezen Sovjetrepublieken werden communistische leiders ineens nationalisten. Leonid Kravtsjoek was jarenlang de “ideologische waakhond” en nadien partijleider van de Oekraïense CP geweest. Maar zei de man vrolijk na de Sovjetimplosie: ongeveer niemand van de 4 miljoen partijleden hier was dat uit overtuiging, hijzelf duidelijk ook niet.

De gewezen Sovjetbureaucraten en hun omgeving deden waar ze al lang van droomden: rijk worden, zoals de kapitalisten. Ze deden dat zoals in Rusland en elders via gemanipuleerde privatiseringen, zowat de grootste plundering van de 20ste eeuw. In een handomdraai waren de meeste rijkdommen van het land in privébezit, in handen van enkele oligarchen.

Die oligarchen vochten de verdeling van de buit verder onder elkaar uit en gebruikten daarvoor de politieke instellingen, hun media-, hun geld en vaak hun gewapende benden. Oekraïne werd een van de koplopers inzake corruptie. Geëvenaard door Rusland waar de oligarchen concurrentie kregen van lieden uit de veiligheidsdiensten die ook een deel van de buit inpikten.

Na Maidan

Dertig jaar later is er niet zoveel veranderd, ook niet na de zogenaamde Maidan-revolutie van begin 2014. Die revolutie zou Oekraïne verankeren aan ‘westerse waarden’ en de strijd tegen corruptie vooraan plaatsen.

In Rusland keken opposanten uit naar het verder verloop in Oekraïne. Het schokte velen wel dat uiterst-rechtse nationalisten in Kiev het hoge woord voerden. De westerse politici die Maidan kwamen aanmoedigen, zoals de Belgische liberale politicus Guy Verhofstadt, wilden niet zien hoe nazi’s die revolutie voor een stuk kaapten, onder meer op straat en op de sociale media. Oorspronkelijk bleven Russische opposanten toch hoopvol uitkijken naar wat er in Kiev gebeurde. Er waren onder meer de grote betogingen van de Russische oppositie tegen Russisch ingrijpen in Oekraïne (25 maart en 21 september 2014), er was hoop.

Maar het verder verloop in Oekraïne bekoelde veel enthousiasme. Dat straten naar een nazicollaborateur als Stepan Bandera werden genoemd, viel ook bij Russische opposanten in slechte aarde. Want ondanks het feit dat Poetin de Grote Patriottische Oorlog (1941-1945) en de zege op het nazisme misbruikt, zijn ook de meeste Russische opposanten daar erg aan gehecht. De verheerlijking van collaboratie, ook met herdenkingen, viel slecht.

En vooral, enkele oligarchen bleven het voor het zeggen hebben. Op dat vlak bleef alles bij het oude. Voor veel Russen, ook opposanten, leek Oekraïne nog altijd erg op het Rusland van de jaren 1990, het decennium van de oligarchische plunderingen, de grote greep van maffiagroepen en de van hogeruit geleide corruptie. Met een politie die de ogen sluit voor politieke moorden. En bovenop een reeks taalwetten die het Russisch in de hoek duwt.

Dienaars van het volk

Oligarchen: Na de “Maidan-revolutie” werd oligarch Petro Porosjenko president. Die werd in 2019 op zijn beurt verslagen door Volodymyr Zelensky, nauw verbonden aan oligarch Igor Kolomoïsky, eigenaar van het mediarijk waarvoor Zelensky als komisch acteur werkte. Porosjenko is momenteel in voorlopige vrijheid in afwachting van een proces wegens ‘landverraad’. Hij zou als president de levering van steenkool uit Zuid-Afrika gesaboteerd hebben om steenkool te kopen in de opstandige regio Donbass…Hij kan daarvoor tot 15 jaar cel worden veroordeeld.

Na de zege van Zelensky, met 73 %, volgde ook de overwinning van diens politieke beweging “Sloeha Narodoe’,(Dienaar van het volk). Die viel echter al snel uiteen in fracties die niets te zien hebben met ideologie of klassebelangen, maar alleen met de belangen van enkele oligarchen. De grootste “fractie” in de Rada (Kamer van volksvertegenwoordigers) bestaat uit een 100-tal parlementsleden die de belangen voorstaan van Rinat Achmetov, de rijkste oligarch die politiek zo glad als een paling is.

Censuur

Zowel voor als na Maidan blijven de media grotendeels in handen van diezelfde oligarchen. Zoals Kolomoïsky, zoals Achmetov. Zoals Viktor Medvedsjoek, maar de media van deze oligarch spraken Moskou teveel naar de mond, waarop Zelensky een jaar geleden diens tv-stations het zwijgen oplegde. (https://www.uitpers.be/zelensky-geeft-biden-signaal/) . Regionale en lokale media zijn meestal in handen van lokale kopieën van de oligarchen.

Nada Al-Nashif, vice-Hoog Commissaris van de VN voor Mensenrechten, had het over talrijke gevallen van intimidatie van journalisten die kritiek uitbrengen op de regering. Zij had het over 29 gevallen tussen november 2019 en oktober 2021. Vooral journalisten en bloggers die corruptiegevallen aanklagen, worden vaak geïntimideerd. Het is vooral erg dat dit meestal niet wordt onderzocht en ongestraft blijft. Dat werkt zelfcensuur in de hand en ondermijnt het pluralisme in de berichtgeving, aldus het rapport.

In de media ven de oligarchen en op “sociale” media worden critici vaak bestempeld als “sorosiata”, lakeien van rijkaard Soros die ook al het zwart schaap is van de Hongaarse premier Viktor Orban.

In november vorig jaar werd de krant ‘Kyiv Post’, die vooral online veel wordt geraadpleegd, plots opgedoekt. Die krant was erg kritisch voor de zeer manke corruptiebestrijding. De journalisten zagen in het opdoeken van de krant de hand van president Zelensky die steeds minder kritiek duldt.

Eerder, in augustus, had hij al de populaire site ‘Strana.ua’, een spreekbuis van oppositie, doen sluiten. Zowel de Europese Federatie van Journalisten als de Oekraïense Unie van Journalisten noemden dit een aanslag op de persvrijheid. Zelensky riep de “nationale veiligheid” in. Met dat argument is nagenoeg alle oppositiepers opgedoekt. De Britse ambassadrice Melinda Simmons heeft vorig jaar haar bezorgdheid geuit over de bedreigde persvrijheid in Oekraïne, en ook over de vervolging van politieke tegenstanders.

Sabotage

Corruptie en berichtgeving daarover zijn een zeer teer punt gebleven ook na 2014. Zelensky beloofde in 2019 in zijn campagne de corruptie eindelijk ernstig te zullen bestrijden. Zijn voorganger Porosjenko had dat ook beloofd, maar daar bleef het bij.

Na zijn verkiezing, werden organen voor corruptiebestrijding opgericht of aangesterkt en werden ernstige bestrijders benoemd. Maar dat elan duurde niet lang. De sabotage kwam vooral vanuit gerechtelijke hoek, onder meer vanuit het Grondwettelijk Hof dat allerlei wetten als illegaal bestempelde en de corruptiebestrijding zogoed als lam legde.

In maart 2020 stelde Zelensky een nieuwe premier aan, Denys Sjmyhal, die nauwe banden heeft met oligarch Achmetov. In diens regering zitten enkele ministers waar oligarch Kolomoïsky, alweer die, kan op rekenen.

Vanuit die regering kwam er vanaf 2020 weinig of geen impuls om die strijd te hervatten. Corruptiebestrijders die de laan werden uitgestuurd, werden vervangen door vertegenwoordigers van oligarchen. Beslissingen van organen tegen corruptie, werden stelselmatig herroepen. Sommige verdedigers van Zelensky zeggen dat Moskou achter die sabotage van de corruptiebestrijding zit. Alweer een complot…

Russen

Dan zijn er nog de taalwetten en de discriminatie waarvan eentalig Russischsprekenden klagen. Sinds 30 jaar is Oekraïens de enige officiële taal, daarnaast zijn er nog 13 ‘minderheidstalen’, waaronder Pools, Roemeens, Hongaars … en Russisch. Nu wordt Russisch nog wel door ca 95 % van de Oekraïners begrepen, door minstens 60 % nog regelmatig gesproken en is de enige taal van 35 % (dat zijn cijfers op basis van enquêtes). Het Russisch domineert in het centrum en vooral het oosten het dagelijks leven, ook in de media. De situatie is in feite nog complexer dan dat. Volgens sommige bronnen spreekt 12 % van de bevolking ‘soerjik’, een mengeling van Oekraïens en Russisch.

Opeenvolgende taalwetten, vooral na 2014, voorzien een doorgedreven oekraïnisering, vooral in het onderwijs en openbare diensten. De overwegend Russischtalige gebieden in het oosten drongen aan op een vorm van autonomie, dat werd trouwens ingeroepen door degenen die zich in Donbass en Loehansk in 2014 eigen republieken uitriepen.

Vertegenwoordigers van degenen die uitsluitend Russisch spreken, hebbenhet over grove discriminatie en anti-Russische hysterie. Dat skaat onder meer op politieeenheden die moeten nagaan of in de openbare diensten wel in het Oekraïens gebeuren. Sommigen verwijzen naar de toestand in de Baltische staat Letland waar een deel van de Russen door de toepassing van de taalwetten geen staatsburgers meer zijn en dus rechteloos.

In de akkoorden van Minsk van 2015 werd die autonomie ook voorzien dat Kiev daar werk zou van maken. Maar totnogtoe weigert de centrale regering dat uit te voeren. Wat Moskou en de opstandelingen dan weer een argument geeft om zich van Kiev af te keren.

Model

Is dit nu de Oekraïense democratie waar Poetin schrik van zou hebben? Dat is raaskalderij. Waarom zou Poetin schrik hebben van een regime dat zo sterk op zijn illiberale democratie lijkt? Waarom zouden Russische opposanten dan het Oekraïens model gaan invoeren, ze hebben het al?

Dit artikel verscheen oorspronkelijk op Uitpers.