De recente terugtrekking van de Amerikaanse troepen uit Afghanistan vestigde opnieuw de aandacht op de internationale politiek van de Verenigde Staten. Terwijl de media zich focussen op de mislukte militaire interventie, wordt er weinig gekeken naar de betekenis voor de internationale machtsverhoudingen en de mondiale dominantie van de Verenigde Staten.

De oorlog in Afghanistan is slechts een van de vele uitwassen van het Amerikaanse imperialisme. De verschuiving in focus van het Midden-Oosten naar Oost-Azië, in het bijzonder China, is de nieuwste poging om de Amerikaanse dominantie te behouden. Nu China verder in conflict komt met de Verenigde Staten, ontstaat er een intensievere machtsstrijd om de economie, militaire dominantie en de mondiale productiemiddelen.

Midden-Oosten

Om Amerikaanse interventies te legitimeren wordt een tegenmacht in de internationale politiek neergezet als gemeenschappelijke vijand. Na de Koude Oorlog volgde de ‘War on Terror’, die de interventies in het Midden-Oosten om controle over de olievelden legitimeerde. De oorlog in het Midden-Oosten wordt door critici vaak gepresenteerd als een oorlog voor grondstoffen en economisch gewin. Hoewel de economische belangen zeker een rol spelen in de Amerikaanse interventie was het voor de Verenigde Staten nog belangrijker om op deze manier de macht op het mondiale speelveld te behouden.

De directe economische baten van de militaire operatie waren uiteindelijk negatief vanwege de hoge kosten van de militaire interventie. Dit was geen misrekening van de Amerikanen, maar laat zien dat het ging om de controle over grondstoffen, met name olie, in plaats van de directe economische belangen. Het uiteindelijke doel van de Amerikaanse strategie is het behouden en versterken van hun grip op het mondiale kapitalisme.

Oost-Azië

De aandacht van het Amerikaans imperialisme verschuift nu van het Midden-Oosten naar Oost-Azië, met China als nieuwe vijand nummer één. De Verenigde Staten doet het voorkomen als een verantwoordelijkheid om op te komen voor tanende democratie in China, maar het is duidelijk dat de VS hier strijdt voor behoud van hun positie als imperialistische macht.

Imperialistische interventie wordt door de Verenigde Staten verkocht als verdediging van democratie en vrijheid. Het gaat de VS echter niet om de democratie die onder druk staat, maar om de internationale verhoudingen waar het Westen van profiteert.

China als regionale macht in Zuidoost-Azië bedreigt Amerikaanse belangen in deze regio. Dit wordt bijvoorbeeld duidelijk in het conflict over de Zuid-Chinese Zee. Hier woedt een strijd om de meest belangrijke handelsroutes, waaronder die van de olie uit het Midden- Oosten naar de groeiende Aziatische economieën. De Associatie van Zuidoost- Aziatische Naties verwacht een nog verdere economische groei. Nu al is de regio gezamenlijk de vierde handelspartner van de Verenigde Staten. De machtsstrijd tussen de Verenigde Staten en China over de economische infrastructuur wordt dan ook steeds belangrijker.

China’s economische invloed reikt echter verder dan slechts de nabije regio. De Nieuwe Zijderoute is hier een voorbeeld van. Dit programma is geïnitieerd door de door China gedomineerde Asian Infrastructure Investment Bank (Aziatische Infrastructuurinvesteringsbank). Het staat voor meer onderlinge verbondenheid en aanhoudende economische groei. Staten waarin geïnvesteerd wordt, hopen net zoals China een effectieve uitroeiing van armoede en een verbeterde levensstandaard te bereiken. De keerzijde is dat ze de controle over cruciale infrastructuur zoals havens en spoorwegen verliezen en afhankelijk worden van China. Dit is een volgende bedreiging voor de Amerikaanse hegemonie.

Trump en Biden

Terwijl escalatie in Oost-Azië dreigt, was de VS intern verdeeld tijdens de coronacrisis, de daaropvolgende economische crisis en een politieke crisis onder Trump. Trump reageerde met hard rechts beleid dat ook internationaal zijn kracht moest laten zien en de aandacht kon afleiden van zijn wandaden. Veel van zijn retoriek was tegen China gericht en anti-Aziatisch racisme en haatmisdaden bereikten een dieptepunt onder Trump. Het nieuwe buitenlandbeleid omvatte protectionistische maatregelen tegen China, dat beter uit de coronacrisis kwam dan de VS. Er volgende een handelsoorlog met negatieve economische gevolgen voor zowel de VS als China.

Hoewel China economisch een bedreiging vormt voor de VS, is de VS militair gezien nog altijd oppermachtig. Om deze balans te herstellen laat de VS zich dus vooral militair zien ten opzichte van China. De Amerikaanse marine patrouilleert regelmatig in de Zuid-Chinese Zee. Onder Trump moest de Amerikaanse generaal Mark Milley de Chinese generaal Li Zhuocheng al twee keer geruststellen dat de patrouilles geen militaire aanval betekenen.

Deze koers wordt onder Biden doorgezet, al zijn de tactieken anders. Biden zoekt de weg meer in het behouden van de internationale positie door middel van bondgenootschappen met andere landen. Nadat Trump de banden met de NAVO en EU wat bekoelde, maakt Biden een voorzichtige terugkeer naar de internationale instituties, waardoor Biden wat meer gematigd lijkt. Deze internationale instituties zijn echter altijd een middel geweest om de positie van de VS te versterken. Onder het mom van vrijheid, democratie en armoedebestrijding hebben de leningen en herstructureringsprogramma’s van bijvoorbeeld de Wereldbank geleid tot interne conflicten in landen, maar dit was tegelijkertijd een waarborg voor Amerikaanse hegemonie. Het is dan ook geen verrassing dat verschillende staten nieuw leiderschap van China accepteren in de hoop op soevereiniteit en economische ontwikkeling zonder Amerikaanse inmenging. Om dit tegen te gaan hoopt Biden de wereld weer achter het leiderschap van de Verenigde Staten te krijgen en zo een voortzetting van Amerikaanse dominantie te garanderen.

Anti-imperialisme

Vergeleken met eerdere machtsconflicten draait dit conflict niet zozeer om de ideologische verschillen tussen de twee machten. Beide zijn machten die door kapitalisme gedreven op zoek zijn naar economische dominantie. In een wereld die steeds meer wordt verdeeld in kampen moeten we ons realiseren dat geen van deze dominante kapitalistische machten ons een leefbare toekomst kan garanderen. De draai van vele achtergestelde landen naar China laat zien dat deze op zoek zijn naar een alternatief voor het huidige systeem. De grote werkende klasse in dit deel van de wereld toont een enorm potentieel als ze kiezen voor een daadwerkelijk alternatief. Dit toont de noodzaak aan van een verbonden, internationale strijd voor een echt alternatief. Daarin moeten we niet focussen op de vraag of de VS of China beter is, maar moeten we focussen op een alternatief dat leidt tot onafhankelijkheid ten opzichte van het imperialistische systeem als geheel.

Dit artikel verscheen oorspronkelijk op socialisme.nu.