In het nieuwe Permanent Comité dat de Chinese Communistische Partij dagelijks leidt, zitten 7 mannen, géén vrouw. In het Politiek Bureau 25 mannen, géén vrouw – voor de eerste keer in 25 jaar. In het Centraal Comité 11 vrouwen op 205 leden. Xi’s CP is meer dan ooit een mannenzaak.
De hemel
In het uittredend Poitburo zat vice-premier Sun Chunlan, 72, die mee instond voor de aanpak van de covid-pandemie. Ze verdwijnt, er is een leeftijdsgrens. Nu is er geen enkele vrouw in de leiding, dat is wel straf voor een partij die zoveel belang hechtte aan de emancipatie van de Chinese vrouw. Zowel de grondwet van 1954 als die van 1982 en talrijke wetten waarborgen het principe van gelijkheid van man en vrouw.
De allereerste wetten die Mao na de revolutie in 1949 deed uitvaardigen, waren wetten om de positie van de vrouw drastisch te verbeteren. In het oude regime waren de vrouwen zogoed als rechteloos. “Vrouwen schragen de helft van de hemel”, zei Mao, maar dat gold dus niet voor het schragen van de partij.
Uitzonderingen
Sinds 1949 zijn slechts acht vrouwen lid geweest van het Politburo, onder wie drie echtgenotes van stichters van de partij. Onder hen Jiang Qing, de vrouw van Mao; zij behoorde tot de “Bende van Vier” die het voor het zeggen had onder de “Grote Proletarische Culturele Revolutie” (1966-1976).
Het is dus wel duidelijk dat de positie van de vrouw voor Xi geen prioriteit is. Nochtans had Xi in zijn openingstoespraak gezegd dat de partij strijdt voor gelijkheid van man en vrouw en waakt over de wettelijke bescherming van de vrouw. Maar ook dat is blijkbaar een zaak van mannen.
Ook in de regering is dat zo, in de dagelijkse leiding van elf zit één vrouw, vice-premier Sun die dus door haar leeftijd uit het Politburo verdwijnt en wellicht in maart volgend jaar ook uit de regering. .Op regionaal vlak is het niet beter. Op de 31 gouverneurs is er één vrouw, van de 31 partijsecretarissen idem, één.
Zoonlief
De positie van de vrouw in de politiek is achteruit gegaan met het opkomende kapitalisme. Volgens Chinese feministen is de situatie van de werkende vrouwen daardoor verslechterd, vrouwen verdienen veel minder dan hun mannelijke collega’s. Ook werken vrouwen vaker in precaire toestanden met weinig of geen sociale bescherming.
De politiek van één kind per gezin, heeft de positie van de vrouw verder verzwakt. Men merkte sinds de jaren 1980 jarenlang bij de geboortecijfers een groot mannenoverschot, vermoedelijk omdat er vaak abortus werd gepleegd als de ouders vaststelden dat er een meisje op komst was. Er was ook een opvallend hoge kindersterfte onder vrouwelijke baby’s. Dat mannenoverschot leidt trouwens tot vandaag tot ernstige problemen voor jongemannen die moeilijker een huwelijkspartner vinden.
Succes
Vrouwen zijn dus zogoed als afwezig in de politiek. Dat geldt niet voor de rest van het maatschappelijk leven, zoals in de zakenwereld. Volgens sommige berekeningen vormen Chinese zakenvrouwen wereldwijd de helft van zakenvrouwen die uit eigen kracht opklommen. Op tien vrouwelijke dollarmiljardairs in de wereld, zijn er zes Chinese. Meer dan een kwart van de privé-ondernemers zijn vrouwen en in de Internetsector zijn er meer vrouwen dan mannen die een zaak opstarten. Op dat vlak steekt China met kop en schouder uit boven de meeste andere landen in de rest van de wereld, zeker in die regio.
In sectoren als onderwijs en gezondheidszorg zijn de vrouwen, ook op leidende posten, zeer goed vertegenwoordigd. Dat veel vrouwen hoog opgeleid zijn, maakt hen volgens de Chinese Vrouwenfederatie ook mondiger om voor hun rechten op te komen en actie te voeren tegen seksuele intimidatie en erger. Maar ondanks de wet daarover, klagen vrouwen over de lichte bestraffing van de daders, of over het feit dat de daders vrijuit gaan. En dat is niet alleen een Chinees verschijnsel.
Dit artikel verscheen oorspronkelijk op Uitpers.be.