Duitsland lijkt in Europese kringen wel de gebeten hond. Het blokkeert Europese afspraken over gasprijzen, drijft vervolgens de Europese gasprijs op door andere lidstaten te overbieden, en zet tenslotte een fonds op van 200 miljard euro om de eigen burgers en bedrijven tegen deze hoge gasprijzen te beschermen. Het al dan niet bedoeld gevolg is dat Duitse bedrijven een concurrentievoordeel scoren op de Europese markt.
Dat leidt tot spanningen in de Europese Commissie. Trekt de Duitse Voorzitter Ursula von der Leyen niet te veel de Duitse kaart? Twee Europese Commissarissen, de Fransman Breton en de Italiaan Gentiloni, vonden het zelfs nodig in enkele kranten een gemeenschappelijke oproep te plaatsen om Duitsland aan te zetten tot ‘Europese solidariteit’.
Het is een oud verhaal, actueler dan ooit sinds de Duitse eenmaking: hoe Duitsland eronder houden door het in te binden in Europese ‘solidariteit’.
Dertig jaar geleden kon er om te beginnen geen sprake zijn van het Europees Huis, gebouwd op Duits-Russische verstandhouding, waar Michail Gorbatsjov van droomde. Daarna moesten de NAVO en het Atlantisch bondgenootschap nieuw leven worden ingeblazen, de Europese Unie verbonden met de VS, zonder Rusland. De Duitse Mark moest plaats maken voor de Europese Euro.
Dat heeft Duitsland niet belet oog te houden voor de eigen belangen: met Russische energie een industrie voeden gericht op de Chinese markt. Oud-bondskanselier Gerhard Schröder trok naar Gazprom, zijn opvolger Angela Merkel haalde de banden met China aan. Washington was niet blij.
Maar het ging goed tot Poetin besloot Oekraïne binnen te vallen.
Poetin begon als vriend van het Westen, maar werd buiten de deur gehouden: hij paste niet in de nieuwe wereldorde uitgetekend in Washington. Iedereen moest zich schikken naar het Amerikaans leiderschap: de EU, Duitsland, Rusland, … Poetin, als belichaming van het nieuwe Russisch imperialisme, kan zich echter niet vinden in de plek die hem toebedeeld wordt in deze imperialistische pikorde. En dus trekt hij ten oorlog, zoals imperialisten dat doen. De oorlog als voortzetting van de politieke machtsstrijd met andere middelen…
Daarmee stortte het wereldbeeld zoals het Duitse imperialisme zich dat had gedroomd in elkaar. Het krijgt nu veel kritiek omdat het te afhankelijk was van Russische energie. Het krijgt ook veel kritiek omdat het zich te soepel opstelde tegenover China. In die kritiek worden allerlei humanitaire en mensenrechtelijke argumenten uitgespeeld. Maar het echte spel is een onstabiele wereld waarin kleine en grote, opkomende en tanende imperialismen, elkaar beloeren, nu eens bondgenootschappen sluiten, en elkaar dan weer klappen uitdelen.
De chaos in de Duitse politiek is symptomatisch voor een grootmacht die de weg kwijt is. De Duitse bondskanselier Olaf Scholtz probeert sprakeloosheid als kalmte te presenteren, nu de erfenis van Schröder en Merkel onder vuur ligt. De hatelijkheden tussen Europese bewindslieden tonen hoe ook in de schoot van de EU de verhoudingen op drift zijn.
Ook in de Duitse linkerzijde is de discussie hard. Hoe kan links zich handhaven in deze ingewikkelde wereld, en opnieuw vertrouwen opbouwen dat een andere wereld mogelijk is? Is het ABC dan niet compromisloos anti-imperialistisch te zijn, tegen alle imperialismen, en solidair met alle slachtoffers? Zonder dergelijk stevig anker word je zelf meegesleurd in het hanengevecht dat maar een theater is waarachter meningsverschillen tussen imperialistische fracties en tegengestelde kapitaalbelangen schuilgaan.
Dit artikel verscheen oorspronkelijk op Uitpers.