De Zweedse Sociaaldemocraten verloren bij de verkiezingen van 11 september de regeringsmacht. Ze zullen naar alle waarschijnlijkheid worden vervangen door een rechtse regering bestaande uit Gematigden (conservatieven) en Christendemocraten, mogelijk ook door de Liberalen. De regering zal streven naar, en volledig afhankelijk zijn van, de actieve steun van de rechts-populistische en xenofobe Zweden Democraten (SD). (Noot van de redactie: op 18 oktober werd effectief een regering gevormd bestaande uit de drie rechtse partijen met gedoogsteun van extreemrechts)
Terwijl de belangrijkste kwestie voor de kiezers de gezondheidszorg was en de klimaatramp steeds duidelijker werd, slaagde een agressief rechts erin om, met de hulp van een passieve sociaaldemocratie zonder ideeën, de verkiezingscampagne te domineren met discussies over criminaliteit. Rechts beweert dat er een verband bestaat tussen immigratie en criminaliteit. In plaats van de klimaatcrisis aan te pakken, voert het bovendien campagne voor uitbreiding van kernenergie.
Rechts heeft een beeld geschetst alsof Zweden wordt getroffen wordt door een ongecontroleerde golf van geweld. In feite zijn het aantal misdrijven, ook de gewelddadige, in Zweden de laatste decennia over het algemeen gedaald. Maar op één gebied is er een aanzienlijke stijging geweest, namelijk bij gewapende confrontaties tussen criminele bendes, voornamelijk in verband met drugs. Honderden mensen zijn gedood, de overgrote meerderheid bendeleden, maar ook omstanders. Dat is gebruikt als excuus om aanzienlijk hardere straffen en repressie te eisen.
Het resultaat was een scherpe draai naar rechts. Deze wending is vooral merkbaar binnen het rechtse blok. Het electorale succes ervan is volledig toe te schrijven aan de Zweden Democraten. De andere rechtse partijen verloren allemaal stemmen.
De Zweden Democraten daarentegen stegen met meer dan drie procent en zijn verreweg de grootste partij ter rechterzijde. Een aanstaande burgerlijke regering is volledig afhankelijk van hun steun. Dat betekent niets minder dan een aardbeving in de Zweedse politiek.
Lange tijd heerste, ook ter linkerzijde, de opvatting dat het succes van de Zweden Democraten vooral te danken was aan ontevreden arbeiders, die eigenlijk nog Sociaaldemocraten zijn, die uit protest op de SD stemden en dat ze met een iets radicaler sociaal-democratisch beleid snel teruggewonnen konden worden. Hiermee wordt de meest succesvolle politieke partij van Zweden schromelijk onderschat.
Zweden Democraten – de meest succesvolle politieke partij
De Zweden Democraten hebben een bekwame en vastberaden leiding, met wortels in racistische en fascistische bewegingen. Ze heeft systematisch een sterke partij opgebouwd. Om de partij organisatorische kracht te geven hebben ze gebruik kunnen maken van de gemeentelijke- en staatssubsidies die politieke partijen ontvangen. De Zweden Democraten zijn ook het meest succesvol van alle partijen in het gebruik van sociale media, met xenofobie als belangrijkste verenigende boodschap. Dat heeft hen niet in de laatste plaats een groeiende invloed gegeven onder jongere kiezers.
De electorale successen van de partij zijn opvallend. Bij haar parlementaire debuut in 2010 kreeg de partij 5,7 procent. Sindsdien is de steun gestegen tot 12,9 procent, daarna 17,5 procent en dit jaar 20,6 procent. Geen enkele andere partij heeft dezelfde sterke samenhang. Pogingen van links om de kiezers van de Zweden Democraten voor zich te winnen zijn mislukt. Zesentachtig procent van de kiezers van de partij uit 2018 stemde ook dit jaar weer op de partij, een uniek hoge partijtrouw.
Sterker nog, de Zweden Democraten hebben voortdurend nieuwe kiezersgroepen voor zich gewonnen, zowel van rechts als van links. Bij de verkiezingen van dit jaar kwam 14 procent van de gematigden en 12 procent van de Sociaaldemocraten. De Zweden Democraten zijn lange tijd de sterkste partij geweest onder mannelijke werknemers. Maar ook grote groepen ondernemers en na de laatste verkiezingen ook boeren stemmen op de partij. De partij is politiek homogeen. De overgrote meerderheid van hun kiezers omschrijft zichzelf als rechts en ze identificeren zich sterk met het nationaal-conservatieve en xenofobe credo van de SD. De wortels en banden van de Zweden Democraten met racistische en fascistische groeperingen zijn voor hen geen bezwaar.
Tot de verkiezingen van 2018 was er ook binnen de Zweedse bourgeoisie een fatsoensgrens tegen een samenwerking met een xenofobe en rechts-extremistische partij. Deze lijn is allang overschreden. Eerst was het bedrijfsleven aan de beurt, dat er met succes in slaagde de Zweden Democraten zover te krijgen dat ze de verdere privatisering van de Zweedse welvaart accepteerden. Daarna duurde het niet lang voordat de leider van de Christendemocraten, Ebba Busch, hen gehaktballen aanbood en het recht op georganiseerde parlementaire samenwerking opende. Elke rode lijn verdween snel. Maar de partij werd niet het slachtoffer van inkapseling door burgerlijk rechts. Integendeel, het programma van de Zweden Democraten is grotendeels dat van de burgerlijke partijen geworden. ‘Bij sterke afkeer tegen de toegenomen immigratie heeft geen enkele andere partij heeft zich zo staande gehouden als de Zweden Democraten,’ verklaarde de leider van de Gematigden en beoogd premier Kristersson bewonderend. ‘Ze zijn een goed voorbeeld geweest in de strijd tegen de misdaad,’ zei de leider van de Liberalen, Johan Persson.
We zien het resultaat nu. De Zweden Democraten zijn de traditionele burgerlijke partijen ontgroeid en ze zijn de dominante rechtse partij. In alle regio’s buiten de grote steden hebben ze gewoonlijk 25-30 procent van de stemmen en overtreffen ze de Middenpartij, de grootste burgerlijke partij van de afgelopen 45 jaar, met wel 10 procent. Zonder twijfel hebben de Zweden Democraten uitzonderlijk goede mogelijkheden om het beleid van de nieuwe regering te beïnvloeden, ook al zullen ze er waarschijnlijk voor kiezen niet formeel toe te treden.
Aanpassing Sociaaldemocraten
De Sociaaldemocraten zaten de afgelopen acht jaar in de regering, hoewel de burgerlijke partijen plus de Zweden Democraten een meerderheid in het parlement hadden. Dat was mogelijk omdat twee burgerlijke partijen, de Liberalen en de marktliberale Centrumpartij, een politiek akkoord sloten met de Sociaaldemocraten. Een van de doelen was om de Zweden Democraten buiten de politieke macht te houden. Door het akkoord deden de Sociaaldemocraten verregaande concessies en accepteerden ze onder andere lagere belastingen voor hoge inkomens, minder werkzekerheid voor werknemers en de invoering van marktconforme huren. De sociaaldemocratische regering heeft ook een reeks maatregelen genomen om de immigratie te beperken en het Zweedse vluchtelingenbeleid op het minimumniveau van de EU te brengen. De grensbewaking is verscherpt, gezinshereniging is moeilijker gemaakt en vluchtelingen kunnen niet langer rekenen op permanente verblijfsvergunningen.
In de verkiezingscampagne van dit jaar bestond de tactiek van de Sociaaldemocraten erin hun programma in wezen aan te passen aan dat van rechts. Kwesties als de klimaatcrisis of de verdediging van de verzorgingsstaat (die nu door commerciële belangen wordt aangevallen), kwesties dus die formeel deel uitmaakten van het verkiezingsprogramma van de Sociaaldemocraten, speelden een ondergeschikte rol, als ze al aan de orde werden gesteld. De Sociaaldemocraten probeerden eerder rechts te overbluffen met eisen voor strengere straffen – dat de regering al zo’n 70 wetten in die richting heeft gepresenteerd was een voortdurend terugkerende boodschap. Ook werd het zogenaamde verband tussen criminaliteit en immigratie onderstreept. Er is speciale wetgeving voorgesteld voor ‘niet-Noordse’ mensen en de premier heeft neerbuigend gesproken over ‘Somalitowns’. Ook kwam er uitbreiding van kernenergie.
De meest opmerkelijke capitulatie was echter het besluit om 200 jaar formele Zweedse neutraliteitspolitiek op te geven en een Zweedse toetreding tot de NAVO te steunen. De aanvankelijke sociaaldemocratische reactie na 24 februari was dat een Zweedse NAVO-toetreding zou bijdragen tot een verdere destabilisering van de veiligheidspolitieke situatie in Noord-Europa. Na een intensieve campagne van de rechtse partijen koos het partijbestuur er echter voor om, zonder de partijleden een standpunt te laten innemen, toe te geven aan de druk. De belangrijkste reden was met alle zekerheid de kwestie van de agenda van de verkiezingscampagne te schrappen en daarin zijn ze geslaagd. De toetreding tot de NAVO en de oorlog in Oekraïne ontbraken volledig in de verkiezingscampagne.
Het aantal stemmen van de Linkse Partij daalt
De Sociaaldemocraten behaalden, ondanks een stijging van het aantal stemmen van 28,3 naar 30,4 procent, hun op één na slechtste resultaat in 111 jaar en verloren daarmee de regeringsmacht. De stijging van het aantal sociaal-democratische stemmen kan worden verklaard doordat er ook binnen het linkse blok een verschuiving naar rechts plaatsvond. De Linkse Partij behaalde een matig resultaat en daalde van 8 naar 6,7 procent. De partijleiding voerde een op de VS geïnspireerde campagne rond de partijleider en probeerde zichzelf te presenteren als de nieuwe sociaaldemocraten. Bijzondere aandacht werd besteed aan het doel om te proberen de door de Zweden Democraten aangetrokken ‘arbeiders in de miljoenensteden’ terug te winnen.
Om die reden bagatelliseerde de Linkse Partij zaken waarvan ze dacht dat dergelijke arbeiders ze zouden afkeuren, zoals bijvoorbeeld eisen tot verandering van levensstijl om het klimaat te redden, of de NAVO. De partij steunde ook een voorstel van de burgerlijke partijen voor een sterke verlaging van de benzineprijs. Bovendien eiste ze toetreding tot een eventueel te vormen rood-groene regering waarin ook de neoliberale centrumpartij – de enige burgerlijke partij die erop stond niet met de Zweedse Democraten samen te werken – zou worden opgenomen. Als gevolg daarvan verloor de Linkse Partij vooral onder de arbeiders die ze probeerde te bereiken – terwijl de Zweden Democraten hun succes in deze omgeving voortzetten.
Anderzijds deed de Linkse Partij het, net als de Sociaaldemocraten, goed in de grotere steden. Zweden lijkt dus op veel andere Europese landen met rode grote steden en een blauw (of blauw/bruin) platteland.
Het is duidelijk dat de krachten die nu vooral verzet bieden tegen de rechtse golf behoren tot bewegingen die strijden tegen de klimaatcrisis, tegen racisme, seksuele onderdrukking en bezuinigingen. Ook sommige vakbonden, vooral binnen welzijn en sociale dienstverlening, zijn geradicaliseerd.
Links staat nu voor de enorme taak om met deze krachten een breed tegenoffensief op te bouwen, waarbij de klimaatcrisis en de verdediging van de verzorgingsstaat centraal staan.
Dit artikel verscheen oorspronkelijk op International Viewpoint. Nederlandse vertaling: redactie Grenzeloos.